zondag 4 december 2011

De mogelijkheid ben ik, opening expositie Roos, Mady en Hanspeter Nagtegaal


De mogelijkheid ben ik

gedicht bij de opening van de expositie van Roos, Mady en Hanspeter Nagtegaal
in de Synagoge en Forma Aktua Pinakotheek, Groningen, 4 december 2011 om 16:00 uur in de Synage Folkingestraat

1.
bij het werk van Roos Nagtegaal-Bosnak

Pas in de herfst laten de schijnbeelden
zien wat zij tot slot werkelijk zijn.
De akker lag kaal en maar een smalle lijn,
die grauwe lucht van de grauwe grond deelde

gaf nog wat houvast. De wind speelde
met het laatste blad. Toen pas zag hij hoe klein
zijn wereld was geworden, zonder pijn
alles droog werd, verkruimelde, vergeelde.

Het pad lag er nog en trok aan zijn voeten.
Waar zou hij anders naar toe kunnen gaan?
Hij zou het bekende wel willen ontmoeten

echter daar kwam hij nu juist vandaan.
Weldra zou een ploeg de aarde omwroeten
om een bed voor het sluimerend wintergraan.




2.
bij het werk van Mady Nagtegaal

Zij stond bij de deur. ‘Heb je ver gelopen?’,
vroeg ze. Hij kuste haar getaande wang.
‘Een uurtje’, zei hij, ‘dat is niet zo lang’.
Op de klok was de tijd voorbij geslopen,

eigenlijk sneller dan hij durfde hopen.
Ze ging voor hem uit door de gang
naar de kamer, een diep gelegen drang
en daar trok ze de gordijnen open.

Haar stramme lichaam door het licht omgeven,
zoals ze eens was, schitterde in een waas,
waar in het verlangen was overgebleven.

Hij keek naar de bloemen in de vaas,
die taanden in hun liefde voor het leven.
Hij weifelde: was hij niet even dwaas?





3.
bij het werk van Hanspeter Nagtegaal

‘Ik zal ze weggooien’, zei ze vastbesloten
en nam de vaas en bloemen de kamer uit.
Hij ging zitten, staarde naar de ruit,
die de kleine wereld onverdroten

spiegelde en doofde in horten en stoten
op de maat van het kalmerend geluid
van de verwarming, die een tweede huid
om zijn lijf weefde uit brons gegoten,

waarin zijn ziel ooit had moeten afdalen
van de eerste adem tot de laatste snik,
iemand anders mocht de grenzen bepalen.

Pas nu in de herfst merkte hij tot zijn schrik:
het was onmogelijk om nog te falen,
de enige mogelijkheid: dat ben ik.


Paul Marius Borggreve

Geen opmerkingen:

Een reactie posten